<< Click to Display Table of Contents >> Object Designer |
![]() ![]() ![]() |
Logicworks CRM is opgebouwd uit een set van objecten, waarbij een object bijvoorbeeld een Contactpersoon, Bedrijf of Activiteit is. Met behulp van de Object Designer kan de werking en layout van een aantal objecten worden aangepast. Het is bijvoorbeeld mogelijk de layout van het Contactpersoon detailvenster aan te passen, events te definiëren, extra validaties toe te voegen en de gridlayout te wijzigen.
De Object Designer kan worden gestart vanuit de menugroep Designers, waarna alle aanpasbare objecten in het grid worden getoond. Selecteer het gewenste objecttype en open het Object Designer scherm, bijvoorbeeld Contactpersoon.
Knop |
Naam |
Toelichting |
Hiermee kan de griddefinitie van het object worden aangepast |
||
Met deze knop wordt de Form Designer geopend, zodat het detailvenster van het object kan worden gewijzigd |
||
Met deze functie kunnen extra menuopties worden toegevoegd aan het Object. |
||
Hiermee kan aan de afdruklayout voor het object worden gedefinieerd. |
Entiteit
Hier wordt de interne naam het het object getoond. Dit veld is niet wijzigbaar.
Mappenlijst*
Beschikt het getoonde grid in het programmavenster over een Mappenlijst, dan kan opgegeven worden op welke veld deze mappenlijst betrekking heeft. Bij Contactpersonen staat deze bijvoorbeeld standaard ingesteld op Achternaam (contacts.lastname). Wordt de mappenlijst gebaseerd op een tekstveld, dan wordt de mappenlijst opgebouwd uit letters 'A' t/m 'Z'. Klikt de gebruiker op een van de letters, dan wordt de lijstweergave automatisch gefilterd op regels waarvan het gekoppelde veld begint met die letter.
Het is tevens mogelijk de mappenlijst te baseren op een keuzelijst. In dat geval zal de mappenlijst bestaan uit de keuzelijst items. Klikt de gebruiker op een van deze items, dan wordt de lijstweergave automatisch gefilterd op alle items waar dat keuzelijst item is geselecteerd.
Snelmenu
Bevat een object keuzelijsten, dan kan de waarde van een van deze velden worden gewijzigd via het snelmenu van de desbetreffende lijstweergave. Bij een Campagneresponse zou bijvoorbeeld het veld Responsecode opgegeven kunnen worden. De gebruiker is hierdoor in staat via het snelmenu van de lijstweergave de responsecode direct aan te passen, zonder dat het betreffende detailvenster geopend hoeft te worden.
Naam entiteit* / Meervoud*
In deze velden kan een afwijkende entiteitnaam (en meervoud) worden opgegeven. Deze naam wordt door Logicworks CRM gebruikt als aan dit object wordt gerefereerd. Het object Incident wordt standaard vertaald als Melding/Meldingen, maar kan ten behoeve van de gebruikers bijvoorbeeld worden gewijzigd in Klacht/Klachten.
Zoekvelden
Door het selecteren van zoekvelden wordt gebruikers de mogelijkheid geboden in het hoofdvenster in meerdere velden tegelijk te zoeken. Bij de Contactpersonen kan bijvoorbeeld worden gezocht op een combinatie van: Voornaam, Achternaam, Postcode, E-mail en Trefwoord. Voert de gebruiker in het grid van het hoofdvenster een zoekwaarde in, dan wordt in alle opgegeven velden gezocht naar de opgegeven zoekwaarde.
onDelete
Nadat een regel is verwijderd uit de Logicworks CRM database wordt het onDelete-script uitgevoerd. Met dit script kunnen aanvullende implementatie-specifieke acties worden uitgevoerd. In het script kan gebruik gemaakt worden van de eigenschap LWCRM.PreDeleteXmlRowData om de veldwaarden van het verwijderde record te achterhalen.
Omschrijving
Dit is een vrije veld, welke kan worden gebruikt voor specifieke Customization opmerkingen.
Veldnaam
De interne referentie van het veld. Het eerste gedeelte verwijst naar de tabelnaam en het deel na de punt betreft de veldnaam. Dit gegeven is niet te wijzigen door de gebruiker.
Opschrift
Wordt een nieuw veld aan een detailvenster toegevoegd met de Form Designer, dan zal Logicworks CRM deze tekst standaard opschrift voorstellen. De gebruiker is echter vrij om het opschrift in het detailvenster-ontwerp aan te passen. Bij het definiëren of wijzigen van een bestaande gridlayout zal deze tekst als default kolom koptekst worden voorgesteld. Ook nu is de benaming handmatig te wijzigen in de gridlayout.
![]() | De getoonde vertalingen worden gebruikt als default vertalingen bij het aanpassen van de invoerschermen en gridlayouts. Wordt de vertaling van het invoerveld opschrift in de Object Designer aangepast, dan wordt deze echter niet gewijzigd in de detailvensters. |
In de werkbalk van dit tabblad zijn twee extra knoppen opgenomen ten behoeve van het Lijstbeheer. Hiermee kunnen de keuzelijsten, opzoeklijsten en collecties worden aangepast aan de gebruikersorganisatie. De betreffende opties zijn ook via het Snelmenu van het grid te selecteren.
Knop [Gegevensbron]
Hiermee kunnen de elementen van de keuzelijsten en niet object-gerelateerde opzoeklijsten/collecties, zoals trefwoorden, worden aangepast. De elementen kunnen worden toegevoegd, verwijderd en hernoemd.
Knop [Layout opzoeklijst]
Met deze knop kan de kolomindeling van de opzoeklijsten worden aangepast.
![]() | Als gebruikersvelden worden verwijderd, dan worden deze wel uit de database en detailvensters verwijderd, maar niet uit de eventueel gedefinieerde gridlayouts, selectiefilters en overzichten. |
Tab-gridlayout aanpassen
Wilt u de gridlayout wijzigen selecteer dan eerst de betreffende regel en druk op de knop [Aanpassen Tab-gridlayout]. Een detailvenster wordt geopend waarin het resultaat van de initiële gridlayout wordt getoond. Met de knop [Grid Designer] in de werkbalk wordt de Query Builder geopend, zodat de getoonde gridlayout kan worden gewijzigd.
Tabbladen tonen/verbergen
Als de gebruiker beschikt over de Import/Export Wizard functionaliteit, dan kunnen aanvullende indexen worden aangemaakt. Deze kunnen gebruikt worden om bijvoorbeeld import/export-activiteiten en zoekacties te versnellen. Om ervoor te zorgen dat indexen uniek zijn en niet worden overschreven door nieuwe indexen in volgende Logicworks CRM versies is ervoor gekozen de indexen van een prefix te voorzien. De onderstaande tabel geeft de gebruikte index-prefixes weer.
Index prefix |
Toelichting |
pk_ |
De Primary Key is de hoofdindex van een tabel. Een tabel kan slechts 1 Primary Key bevatten. Bij het migreren van Microsoft Access naar SQL Server zal de primary key als clustered index worden aangemaakt. |
ix_ |
Standaard index op 1 kolom van een tabel. |
cx_ |
Samengestelde index (Composite Index) op 2 of meer kolommen van een tabel |
ux_ |
Gebruikers index (User Index) op 1 of meer kolommen van een tabel. |
Het aanmaken van nieuwe User Indexen gebeurt met behulp van het detailvenster: Weergave opmaken. Na het samenstellen van de kolommen van de User Index moet in dit detailvenster een unieke naam voor de index worden opgegeven. Logicworks CRM zal de opgegeven naam vooraf laten gaan door een prefix van het formaat ux_{tabelnaam}_.
•Omwille van de database-portabiliteit mag de uiteindelijke indexnaam niet langer zijn dan 64 karakters. Eventuele extra karakters zullen voor het genereren van de index automatisch worden verwijderd.
•Het gebruik van Memo-velden (veldtype Text) in indexen is niet toegestaan.
Zie ook