Configuratie editor

<< Click to Display Table of Contents >>

Navigation:  »No topics above this level«

Configuratie editor

Previous pageReturn to chapter overviewNext page

 

Tijdens het opstarten van Logicworks CRM wordt het configuratiebestand (lwcrm.ini) geraadpleegd. Dit bestand bevat informatie over het type en de locatie van de database en zonodig een gebruikersnaam en wachtwoord. Omdat het configuratiebestand is versleuteld moet voor het wijzigen van het configuratiebestand gebruik gemaakt worden van de meegeleverde Configuratie editor: lwcrmconfig.exe.

 

note2010_14x14De configuratie editor wordt in dezelfde map als Logicworks CRM geïnstalleerd, maar is niet beveiligd met een wachtwoord. Wilt u niet dat andere gebruikers in staat zijn het configuratiebestand te wijzigen, dan moet de Configuratie editor na installatie worden verplaatst naar een alleen voor de beheerder toegankelijke map.

 

 

Layout configuratiebestand

Het configuratiebestand van een administratie heeft een vaste layout, waarvan niet mag worden afgeweken. Bij een onjuiste layout of bij het ontbreken van essentiele elementen in de layout zal de database worden overgeslagen. De is het niet meer mogelijk Logicworks CRM te starten. De layout bestaat uit de volgende elementen.

 

Element

Toelichting

Name

Als meerdere databases in het configuratiebestand staan, dan zal deze naam aan de gebruiker worden getoond in het Aanmeld-scherm.

Type

Op basis van het opgegeven databasetype zal Logicworks CRM een database connectie opbouwen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de opgegeven instellingen: Datasource, Catalog, UserId en Password. Afhankelijk van de versie zijn de onderstaande database types mogelijk.

 

MDB = Microsoft Access

MYSQL = MySQL

MSSQL = Microsoft SQL Server

Driver

note_10x16 Deze optie is alleen beschikbaar  in de Enterprise Editie.

 

Deze instelling kan worden gebruikt als de standaard Logicworks CRM database connecties niet correct functioneren. De instellingen welke zijn vermeld bij de Datasource, Catalog, UserId en Password worden bij het gebruik van de Driver-optie genegereerd. Voorbeeld van een MDB connectiestring:

 

Provider=Microsoft.Jet.OLEDB.4.0;Data Source=c:\lwcrm.mdb;Jet OLEDB:Database Password=MyPassword

Datasource

De datasource verwijst naar de Databaseserver. Het is mogelijk om de constante '{path.app}' te gebruiken in een pad naar een Microsoft Access database. Deze wordt vervangen door het pad waar de executable zich bevindt.

 

MDB  = C:\Program Files\Logicworks CRM\Data

MYSQL = LWSERVER01

MSSQL = LWSERVER02  

MSSQL = LWSERVER02\SQLExpress (bij Microsoft SQL Server Express)

Catalog

Geef de naam van de te gebruiken database op.

MDB     = lwcrm.mdb

MYSQL = lwcrm

MSSQL = lwcrm

UserId

Hier moet een algemene gebruikersnaam worden opgegeven met minimale toegangsrechten. Logicworks CRM zal deze naam gebruiken om een initiële connectie op te bouwen, zodat de gebruikers login kan worden geverifieerd.

Password

Hier moet een bij de opgegeven gebruikersnaam behorend wachtwoord worden ingevoerd. Wordt echter gebruik gemaakt van Microsoft Access dan is dit het eventuele database wachtwoord.

Datalink

Het gebruik van MySQL als database in combinatie met Crystal Reports kan compatibiliteitsproblemen tot gevolg hebben. Door een juist gebruik van het datalink-element kan dit worden verholpen.

Bij gebruik van MySQL wordt aangeraden een Gebruikers-DSN verbinding te definieren en deze consequent toe te passen in de Crystal Reports templates. Geef vervolgens bij het Datalink-element de naam van deze DSN op, bijv. Datalink=Logicworks CRM. De DSN moet op alle werkstations worden aangemaakt om het afdrukken van de Crystal Reports templates mogelijk te maken.

 

In versie 7.5 is een aanpassing gemaakt m.b.t. het Datalink-element. Als dit element niet wordt gebruikt of wordt leeggelaten, dan zal Logicworks CRM bij het afdrukken van een Crystal Reports sjabloon de database-instellingen van het sjabloon niet meer overschrijven met de actieve database. Het is in dat geval wel noodzakelijk dat in het Crystal Reports sjabloon al aan de uiteindelijke database wordt gerefereerd.

ID

Dit is een optionele instelling en kan worden gebruikt om administraties te beveiligen met een hoofdletter-gevoelige sleutel. De gebruiker kan deze database alleen selecteren of gebruiken als de juiste administratie ID wordt meegegeven bij de opstartparameter '/database='.  Databases zonder of lege 'ID' zijn voor alle gebruikers toegankelijk.

SSPI

Het is mogelijk om Logicworks CRM verbinding te laten maken met Microsoft SQL Server middels Windows authenticatie door in het configuratiebestand SSPI = 1 op te nemen.  In dat geval zal SQL Server de gebruiker alleen toegang verlenen tot de Logicworks CRM database als de gebruiker hiertoe is geautoriseerd. Het is nu dan ook niet meer nodig de gebruikersnaam en wachtwoord op te nemen in het configuratiebestand.

SQLNCLI

Wordt gebruik gemaakt van een SQL Azure database, dan wordt standaard gebruik gemaakt van de SQL Server 2008 (R2) Native Client driver (versie 10). Het is mogelijk een nieuwere SQL Native Client driver te installeren, in dat geval moet deze parameter worden toegevoegd met het juiste versienummer. De SQL Server 2012 Native Client driver heeft bijvoorbeeld versie 11.

 

 

Een configuratiebestand kan er bijvoorbeeld als volgt uitzien:

 

[Database]

Name = PromoCare Benelux B.V.

ID =

Type = MDB

Driver =

Datasource = C:\Program Files\Logicworks CRM\Data

Catalog = lwcrm.mdb

UserId =

Password = xyz

Datalink =

 

[Database2]

Name = Promocare Holding B.V.

ID = 14w&A1$xTz

Type = MSSQL

Driver =

Datasource = 10.10.10.100

Catalog = lwcrm

UserId = username

Password = password

Datalink =

SSPI = 0

 

 

Een bestaand configuratiebestand wijzigen

Start de Configuratie editor.

Als zich in dezelfde map als de editor een configuratiebestand bevindt, dan wordt deze automatisch geopend.

Wilt u een ander configuratiebestand wijzigen klik dan op de knop [Openen] en selecteer het gewenste configuratiebestand.

Pas het configuratiebestand aan overeenkomstig de nieuwe situatie.

Klik op de knop [Opslaan] om het gewijzigde configuratiebestand te bewaren.

Klik op de knop [Sluiten] om de Configuratie editor te sluiten.

 

 

Een nieuw configuratiebestand aanmaken

Start de Configuratie editor.

Als zich in dezelfde map als de editor een configuratiebestand bevindt, dan wordt deze automatisch geopend.

Klik op de knop [Openen] en de gewenste locatie en voer de configuratiebestandsnaam (lwcrm.ini) in. Er wordt nu een sjabloon gegenereerd, zodat alleen de variabele waarden ingevuld hoeven te worden.

Klik op de knop [Opslaan] om het configuratiebestand te bewaren.

Klik op de knop [Sluiten] om de Configuratie editor te sluiten.

 

 

Toegepaste Dataproviders

Met behulp van een dataprovider wordt een connectie opgebouwd met de database. De volgende default providers kunnen worden toegepast bij de verschillende database types. Wilt u een afwijkende data provider toepassen, maak dan gebruik van de Driver-optie in het configuratiebestand.

 

Type

Dataprovider

MDB

Microsoft.Jet.OLEDB.4.0

MYSQL

MySQL ODBC 3.51 Driver

MSSQL

SQLOLEDB.1

 

 

Locatie configuratiebestand

Het configuratiebestand (lwcrm.ini) kan op 2 locaties worden opgeslagen. Allereerst kan het bestand in de opstartfolder van Logicworks CRM worden geplaatst. De opstartfolder is de folder van waaruit het programma: lwcrm.exe wordt gestart. De ander mogelijkheid is de zogenaamde Applicatie Data folder. Logicworks CRM zal bij het opstarten eerst de Applicatie Data folder controleren op het voorkomen van het configuratiebestand. Bevat deze folder niet het configuratiebestand, dan wordt de opstartfolder gecontroleerd. Wordt ook daar het configuratiebestand niet gevonden, dan zal Logicworks CRM niet opstarten.

 

De Applicatie Data folder is afhankelijk van de Windows versie van de gebruiker:

Windows 2000/XP = C:\Documents and Settings\{windows.username}\Local Settings\Application Data

Windows Vista      = C:\Users\{windows.username}\AppData\Local

 

 

Zie ook:

Introductie Database support