|
<< Click to Display Table of Contents >> Object LWCRM.BaseEntity |
  
|
|
<< Click to Display Table of Contents >> Object LWCRM.BaseEntity |
|
Een groot aantal entiteiten kan standaard worden aangeroepen vanuit Logicworks CRM VBScript. Om een wijziging in bijvoorbeeld een adres op te slaan kan gebruik gemaakt worden van de methode: LWCRM.Address.Update(). Door de groei van het aantal standaard entiteiten en de mogelijkheid voor gebruikers om zelf entiteiten toe te voegen is het lastig om al deze entiteiten standaard toegankelijk te maken. Dit leidde er echter toe dat veel scripts wijzigingen direct in de database aanbrachten. Dit is echter onwenselijk, omdat in die gevallen de eventuele Workflow regels niet worden uitgevoerd.
Vanaf Logicworks CRM 6 is het daarom mogelijk gemaakt met VBScript een referentie aan te maken naar het gewenste object via de LWCRM.BaseEntity. Vervolgens kunnen wijzigingen via de standaard .Create(), .Update() en .Delete() methodes worden uitgevoerd.
Onderstaand voorbeeld laat zien hoe gebruik gemaakt kan worden van de LWCRM.BaseEntity in VBScript:
Function crmScript()
'Definieer constanten voor de te gebruiken object types
'Lijstweergave Designers > Object Designer toont de objecttype-waarde van de objecttype's
Const otAccount = 2
'Instantieer het gewenste object
Set crmAccount = LWCRM.ObjectRefByObjecttype( otAccount )
'Toon bedrijfsnaam behorende bij het bedrijf met accounts.accountid = '00040'
MsgBox( "Bedrijfsnaam: " & crmAccount.RetrieveName("00040") )
'Geef gebruikte systeem resources weer vrij
Set crmAccount = Nothing
crmScript = True
End Function
Er zijn een viertal standaard methoden, welke in alle objecten gebruikt kunnen worden. Veel objecten beschikken echter over specifieke eigenschappen methoden. Deze worden in de desbetreffende hoofdstukken van het Logicworks CRM Object Model beschreven.
Deze methode voegt een nieuw record toe aan de database van het geïnstantieerde object. Als het toevoegen succesvol is geweest, dan wordt de nieuwe record ID geretourneerd. Als het toevoegen mislukt, dan wordt een lege string geretourneerd.
Syntax
strAccountID = {crmEntity}.Create( UserId, xmlData )
Parameters
UserId
De ID van de huidige gebruiker, welke kan worden bepaald middels LWCRM.User.UserId
xmlData
XML document met de relevante gegevens.
Voorbeeld
xmlData = "<row>" & _
"<name>Logicworks BV</name>" & _
"<website>www.logicworks.nl</website>" & _
"</row>"
strAccountID = crmAccount.Create( LWCRM.User.UserId, xmlData )
Via deze methode wordt het record van de opgegeven object ID als XML document geretourneerd. Als het object ID niet wordt gevonden, dan wordt een lege string geretourneerd.
Syntax
xmlData = {crmEntity}.Retrieve( Userid, ObjectId )
Parameters
UserId
De ID van de huidige gebruiker, welke kan worden bepaald middels LWCRM.User.UserId
ObjectId
ID van het object waarvan de gegevens opgehaald moeten worden.
Voorbeeld
xmlAccount = crmAccount.Retrieve( LWCRM.User.UserId, "00512" )
Via deze methode wordt het record van de opgegeven object ID bijgewerkt. Als het bijwerken succesvol verloopt, dan wordt True geretourneerd. Mislukt het bijwerken, dan retourneert de methode False.
Syntax
xmlData = {crmEntity}.Update( Userid, ObjectId, xmlData )
Parameters
UserId
De ID van de huidige gebruiker, welke kan worden bepaald middels LWCRM.User.UserId
ObjectId
ID van het object waarvan de gegevens bijgewerkt moeten moeten worden.
xmlData
Het xmlDocument met de relevante wijzigingen.
Voorbeeld
xmlData = "<row>" & _
"<name>Logicworks B.V.</name>" & _
"<website>http://www.logicworks.nl</website>" & _
"</row>"
xmlAccount = crmAccount.Update( LWCRM.User.UserId, "00512", xmlData )
Via deze methode kan een record uit de database worden verwijderd .
Syntax
blnDeleted = {cemEntity}.Delete( UserId, ObjectId )
Parameters
UserId
De ID van de huidige gebruiker, welke kan worden bepaald middels LWCRM.User.UserId
ObjectId
ID van het object dat moet worden verwijderd.
Voorbeeld
blnDeleted = crmAccount.Delete( LWCRM.User.UserId, "00512" )