<< Click to Display Table of Contents >> Jobacties |
![]() ![]() ![]() |
Een door de gebruker uit te voeren Job bestaat uit een of meerdere jobacties, welke na elkaar (sequentieel) worden uitgevoerd. Door een aantal jobacties te bundelen in een job kunnen een groot aantal taken worden geautomatiseerd. In Logicworks CRM worden de volgende type jobacties onderkend:
•Bestand kopiëren
•Bestand controleren
•Bestand verwijderen
•Update query
•FTP-verbinding opzetten
•FTP-verbinding verbreken
•Script-actie
•Selecteer vanuit de menugroep Integratie de optie Jobacties
•Kies de optie [Nieuw] in het snelmenu of de werkbalk om een Jobactie toe te voegen
In het eerste tabblad worden standaard de volgende invoervelden getoond, waarbij de met een asterisk gemarkeerde velden ingevuld moeten worden. Afhankelijk van het geselecteerde jobactie-type wordt een wisselend 2e tabblad getoond.
Actietype*
Selecteer het type jobactie dat u wilt gaan definieren.
Jobactie*
Geef een korte naam voor de jobactie.
Omschrijving
Hier kan een uitgebreide toelichting op de jobactie worden ingevoerd.
Invoerbestand
Selecteer de map en bestand van het bestand dat moet worden gekopieerd.
Uitvoerbestand
Selecteer de map en doelbestand.
Actie overslaan als bronbestand niet bestaat
Als het invoerbestand niet bestaat, dan wordt de jobactie niet uitgevoerd. Is deze optie niet geselecteerd en het bronbestand bestaat niet, dan wordt de Job waarbinnen de jobactie wordt uitgevoerd afgebroken met een foutmelding.
Bestandslocatie
Geef aan of het bestand zich lokaal of op een FTP Server bevindt.
Invoerbestand
Voer de te controleren map en bestandsnaam in.
Controleresultaat
Afhankelijk van het al dan niet voorkomen van het bestand kan de Jobactie worden afgebroken met een foutmelding.
Bestandslocatie
Geef aan of het bestand zich lokaal of op een FTP Server bevindt.
Invoerbestand
Voer de te verwijderen map en bestandsnaam in.
Update Query
Voer een geldig Transact SQL statement in.
FTP server
Hier dient het IP-adres van de FTP server ingevuld te worden
Poort
Standaard wordt poort 21 gebruikt om verbinding te maken met een FTP server.
Transfer Mode
Als Transfer Mode kan worden gekozen voor [0]Binair of [1]ASCII. Standaard wordt Binair gebruikt.
Gebruiker
Geef de gebruikersnaam op waarmee u inlogt op de FTP server.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord behorende bij de gebruikersnaam in waarmee u inlogt op de FTP server.